Planten blijken zeer effectief in het verwijderen van schadelijke benzinedampen

In steeds meer steden is luchtvervuiling een groeiend probleem - niet alleen buitenshuis maar vooral ook binnenshuis. “De luchtkwaliteit binnen is aanzienlijk meer vervuild dan de buitenlucht, wat een negatieve impact heeft op onze mentale en fysieke gezondheid,” aldus Johan Hodgson, algemeen directeur van Ambius Australië. In samenwerking met UTS (University of Technology Sydney) werpt Ambius daarom een licht op de vaak onopgemerkte verontreinigende stoffen die binnen aanwezig zijn en onderzoekt de kracht van planten in het verwijderen van deze schadelijke stoffen.

Volgens het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie ademt maar liefst 99% van alle mensen lucht in die te veel verontreinigende stoffen bevat. Deze schadelijke stoffen kunnen uiteindelijk voor ademhalingsproblemen, allergieën, longirritatie, hoofdpijn en misselijkheid zorgen - maar ook ernstigere aandoeningen zoals hart- en vaatziekten. Meer dan 6 miljoen vroegtijdige sterfgevallen wereldwijd zijn te wijten aan slechte luchtkwaliteit.

Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat planten een groot aantal verontreinigende stoffen in de binnenlucht kunnen verwijderen. Echter is er in gebouwen nooit gekeken naar de benzinedampen; één van de belangrijkste bronnen van zeer ziekmakende vluchtige organische stoffen (VOC’s).

Veel scholen, werkplekken, woningen en andere gebouwen liggen aan drukke wegen, hebben aangebouwde parkeergarages of staan bij een tankstation in de buurt. Dit betekent dat iedere dag opnieuw benzine gerelateerde chemicaliën onze ruimtes binnenkomen, rond circuleren en zich vermengen met andere chemicaliën die al in de binnenlucht aanwezig zijn. Dit probleem wordt alleen maar verergerd door slechte ventilatie, het gebruik van bepaalde schoonmaakmiddelen, en meubels en tapijten die een hoog aantal VOC’s uitstoten. Wetende dat de meeste mensen 90% van hun dag binnen doorbrengen, maakt het vinden van nieuwe strategieën om de luchtkwaliteit te verbeteren nóg belangrijker voor de gezondheid.

Samen met UTS, onder leiding van universitair docent Fraser Torpy, onderzoekt Ambius de rol van planten bij het verwijderen van benzinedampen uit de binnenlucht. De resultaten zijn veelbelovend: hoe geconcentreerder de gifstoffen in de lucht, hoe sneller en effectiever planten de gifstoffen verwijderen. “Dit toont aan dat planten zich aanpassen aan de omstandigheden waarin ze groeien,” deelt Torpy. 

Het onderzoek:

Voor het onderzoek is er gebruikgemaakt van de Ambius LivePicture GO; een levend schilderij met ruimte voor 4 planten. De beplanting bestond uit een mix van Scindapsus Aureus (de drakenklimop), Syngonium (de pijlplant) en Chlorophytum (de graslelie).

In totaal werden er negen LivePictures ingezet - elk van hen kwam in een aparte, volledig afgesloten ruimte te staan. 8 uur lang werd er ieder uur een ampul met een benzine-gebaseerde chemische stof toegediend, waaronder alkanen, benzeen, cyclopentane, thiolen en alcohol. En elk uur na het toedienen van zo’n ampul werd een monster afgenomen en verwerkt op de gaschromatograaf. 

De resultaten:

“Dit is de eerste keer dat planten zijn getest op hun vermogen om benzine gerelateerde verbindingen te verwijderen - en de resultaten zijn verbluffend,” vertelt Torpy. “Planten zijn niet alleen in staat om verontreinigende stoffen binnen enkele uren uit de lucht te verwijderen, ze verwijderen ook de meest schadelijke stoffen op de meest efficiënte manier uit de lucht.” Zo wordt bijvoorbeeld benzeen, een gevaarlijke stof voor de gezondheid, sneller verwijderd dan een minder gevaarlijke stof zoals alcohol. 

Bij Ambius bevestigen wij dat deze resultaten aansluiten bij de feedback die we ontvangen na het plaatsen van planten in honderden kantoorgebouwen door het hele land. Hodgson: "We zien keer op keer hoe planten bijdragen aan een betere gezondheid, welzijn, productiviteit en een aangenamere werkomgeving.” 

Ons onderzoek bewijst dan ook dat planten niet alleen een leuke extra zijn voor sfeer en decoratie - ze zijn uiterst belangrijk in het verbeteren van het welzijn van werknemers.